Wat maakt deze dans herkenbaar? Wat is typisch, onderscheidend of kenmerkend?

Een telling als bij de Mambo met een ‘dode’ tel (zonder pas) op vier. De bewegingen en de muziek zijn vloeiender en ronder dan bij de Mambo.

Voorbeelden
Livin’ la vida roca - Ricky Martin
Aisha – Ched Caled (ea)
La camisa negra – Juanes

BPM: 40 - 55

Salsa is afgeleid van het Spaanse woord voor saus. Salsa is niet alleen de naam van een genre, maar ook de verzamelnaam voor een groot aantal Zuid Amerikaanse stijlen, zoals rumba, bolero, plena en guaracha.

(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)

Salsa is nauw verwant aan andere Zuid-Amerikaanse muziekstijlen zoals merengue, bachata, cumbia, chachacha en de Cubaanse son en bolero (in de stijldanswereld bekend als de rumba). Salsa heeft een specifieke clave, een ritmisch motief waarnaar zowel musici als dansers zich kunnen oriënteren.

De muziek waarop gedanst wordt is eigenlijk de ‘son’, die ook de moeder is van de mambo en de chachacha.
Over de exacte oorsprong wordt nog wel eens verschillend gedacht. Wel is het duidelijk dat het een muziekstijl is die verschillende Zuid-Amerikaanse muziekstromen combineert. De oudste oorsprong lijkt in ieder geval de son te zijn afkomstig uit Cuba tussen 1930 en 1940. Muzikanten mengen de merengue van de Dominicaanse Republiek, de plena van Puerto Rico en de cumbia uit Colombia met de eigen son. Er ontstaan dansorkesten met als bezetting piano, saxofoon, trompet, bas en percussie-instrumenten als timbaal, conga en koebel.

In de VS ontstonden verschillende Latin-wijken en werd de interesse in Latin-muziek ook steeds groter. De muziek die er voorheen gedurende de jaren '50 werd gemaakt was vooral de mambo en de bogaloo. Ondertussen werd er ook geëxperimenteerd met Rock and Roll, Latin Jazz en andere Zuid-Amerikaanse muziek. Hierop ontstond midden jaren '60 in New York muziek die vanaf dat moment pas salsa genoemd zou worden.

Dit kwam vooral door de koppeling die gelegd werd met/door het Fania-platenlabel. Wat Motown was voor R&B werd Fania voor de salsa. De eerste plaat van Fania was "Cañonazo" van Johnny Pachego uit 1964 (medeoprichter van Fania samen met Jerry Masucci). Fania organiseerde ook veel live-concerten waarbij al hun Fania All-stars optraden. Na en tijdens de Fania-jaren ontstonden verschillende stromingen binnen de salsa zoals:

. Salsa Romantica, waarbij een enkele (knappe) zanger romantische liederen zingt over de liefde tussen man en vrouw. Muzikaal gezien is deze salsa vaak niet vernieuwend, maar de laatste jaren zijn jonge vertolkers zoals Victor Manuelle en Marc Anthony erin geslaagd ook muzikaal interessante versies hiervan te maken.

. Salsa Dura, waarbij nog steeds muziek wordt gemaakt volgens het oude Fania-concept maar soms nog swingender en krachtiger.

. Timba, de huidige Cubaanse muziekvorm die zich enigszins onafhankelijk van de huidige salsa heeft ontwikkeld en ondertussen een heel erg swingende en aanstekelijke variant vormt.

De uiterst energieke salsa is vanaf de jaren zeventig razend populair. Vooral in Colombia, waar de Cubaanse son en mambo altijd al populair waren. Daar ontstaat een eigen, meer melancholisch getinte vorm van salsa. In de Latijns-Amerikaanse landen is salsa sindsdien de meest populaire muziek. In de westerse wereld groeit de belangstelling weer eind jaren negentig, vooral in het circuit van de dansscholen.

Een salsaband bestaat meestal uit een combinatie van instrumenten zoals de conga's, timbales, bongo, trompet, bas, piano en natuurlijk de claves.
Bands als het Joe Cuba Sextet waren de eersten die voornamelijk salsamuziek speelden. Ook Tito Puente had een grote invloed op de salsamuziek. Hij weigerde trouwens zijn muziek als salsa te typeren. Hij sprak liever over mambo of Latin Jazz.

In Europa wordt intussen ook interessante muziek gemaakt door bijvoorbeeld gemengd Dominicaans en of Cubaans en of plaatselijk talent. Salsaorkesten rollen hun muziek uit op instrumenten en met ritmes die voor outsiders vaak wanordelijk en ongestructureerd lijken. Accentverschuivingen, de vocalist die improviseert over complexe ritmische patronen, een toetsenman die zijn aanslagen lijkt te drummen, een bassist die steeds te vroeg of te laat lijkt… en toch ontstaat er harmonie. Iedere muzikant volgt het motief van de clave, vroeger getikt door twee hardhouten stokjes, nu vaak elektronisch.

De salsamuziek bestaat veelal uit twee delen. Het eerste gedeelte doet denken aan een happening waarbij de instrumentalisten elkaar aftasten en de zanger de aanhef van een gebeurtenis bezingt. Op een gegeven moment komt er echter een ommekeer in het geheel en laten de muzikanten het accent steeds op dezelfde plaats vallen. Dit is het tweede gedeelte. Het koor valt dan in en herhaalt zich steeds. De voorzanger improviseert door en langs het koor heen, Die vertolker bezit dan een beperkte vrijheid: een goede sonero is een zanger die de kunst verstaat tussen het koor door te 'jongleren' zonder daarbij de melodie en Clave 'uit het oog' te verliezen. Het is geen wonder dat terecht gezegd wordt dat salsa een muziekvorm is vol misplaatste stiltes en anticipaties. Het arrangement mag wel vaak op papier staan, maar de muzikanten hebben de juiste feeling nodig zodat de zaak blijft swingen.

De manier van salsa dansen verschilt. De Portorikanen en Cubanen plaatsen het accent anders dan de bailadores op Curaçao. Voor die lokale salsadansers lijkt het dan net alsof de bailadores uit Cuba en Puerto Rico uit de maat dansen. Uiteraard kun je dat echter moeilijk beweren van mensen die uit een gemeenschap komen waar de salsamuziek is ontstaan.

De start kan anders zijn: op de eerste tel (op de een), op de tweede tel (de zogenaamde New Yorkstijl, nauw verwant aan de Mambo). Ook op de drie (veel Antillianen dansen op de 3) of op de 4de tel (o.a. de Son wordt op de 4e tel gedanst) kan.
Salsa is geen statische stijl maar legt de nadruk op beweging. Dat betekent ook dat er geen vaste volgorde is waarin wordt gedanst. De man leidt en bepaalt aan de hand van de muziek ter plekke de figuren.

Een set danspassen in een salsadans is onderverdeeld in 8 tellen verdeeld over twee maten van 4 tellen. Omdat de 4e en 8e tel meestal een rust is wordt er vaak op de volgende manier meegeteld: 1, 2, 3, ..., 5, 6, 7, ... of 1 en 2 ... 3 en 4 ..., en wel als één 4/4 maat.

De heupbewegingen worden verkregen door de knie te strekken. Het gewicht rust meestal boven de gebogen knie.

Cubaanse salsa heeft een sneller ritme, de heer draait veel rond de dame, de dame volgt of de partners draaien rond elkaar.

LA style is trager, de dame treedt meer op de voorgrond, danst shines, en er zijn plaatswissels ten opzichte van een denkbeeldige lijn. Het oogt sierlijker en gestileerder dan de Cubaanse stijl.

 

Rueda de Casino
Rueda de Casino, letterlijk wiel van draaien, is een groepsdans op basis van salsafiguren. Als de Salsa in een kring wordt gedanst met drie of meer paren, is er sprake van Rueda de Casino, een dansvorm afkomstig uit Cuba. De leider van de Ruedagroep geeft in dat geval met specifieke termen of handgebaren de figuren aan. Dat kunnen dansfiguren, bewegingen of partnerwissels zijn die de dansers gezamenlijk moeten uitvoeren.
Er zijn enkele honderden figuren voor de Rueda de Casino, maar of en wanneer die worden ingezet, bepaalt de leider op basis van de muziek. Ook hier is dus geen vaste choreografie.

 Het is dan ook een leuk sociaal gebeuren, je danst met verschillende partners maar ook samen met de hele groep. Een goede samenwerking is noodzakelijk is om het geheel synchroon te houden.

Buena Vista Social Club , Marc Anthony maar ook Ricky Martin en Jennifer Lopez zorgden voor swingende dansnummers.

Het verschil tussen Mambo en Salsa
De basis is fundamenteel hetzelfde. De Mambo was er eerst. Sommige orkestleiders weigeren hun muziek Salsa te noemen. Ze zweren bij het origineel. Als dans en muziek is Salsa meestal trager. Mambo is meer lineair, gekapt en geblokt. Salsa meer zijdelings en circulair, ronder en vloeiender, en met een uitbundiger arrangement. Het gaat vooral om een ander gevoel.