Wat maakt deze dans herkenbaar? Wat is typisch, onderscheidend of kenmerkend?
Ziet er wat uit als Argentijnse Tango maar is, net als de muziek, speelser en levendiger.
Voorbeelden
Dance me to the end of love – Leonard Cohen
Milonga del Angel - Astor Piazzolla
Milonga Triste (& Milonga Sentimental) - S. Piana
BPM:
Ook over de herkomst van de naam lopen de meningen uiteen, hoewel de meeste uitgaan van de hypothese, dat het afgeleid is van het woord mulonga, in het Kimbundu, een dialect van het Afrikaanse Bantoe. Het zou zoiets betekenen als “woorden”, “woordentwist”, maar ook “verleiden en overtuigen”.
Volgens Wilkes y Guerrero zou het echter een samenvoeging zijn van “Melos”(melodie) en “longa”(lang) afgeleid van het uitgebreide relaas en de lange verzen die typerend zijn voor de milonga.
(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)
Milonga is een Argentijnse, Uruguayaanse en Zuid-Braziliaanse muziekvorm en dansstijl. Ook wordt de naam (nog steeds) gebruikt voor het aanduiden van gelegenheden waar tango en milonga wordt gedanst. Een tanda is een draaibeweging in een milonga, maar vooral een groepje (3 tot 5) qua sfeer samen passende liederen. Dat kunnen vier tango zijn, of drie milongas, of drie of vier valsen.
Of een combinatie als TTVTTM. Tussen tandas wordt een cortina (Spaans voor gordijn), een korte muzikale pauze gespeeld.
De milonga (als dans) is grofweg onder te verdelen in de milonga campera (van het platteland) en de milonga urbana (van de stad). Uit die laatste is de tango ontstaan. Sommige moderne milonga's, vaak instrumentaal, van o.a. Ástor Piazzolla, zijn geschreven in de stijl van de milonga campera, maar hebben een eigen melancholiek karakter en zijn wereldwijd bekend.
Geschiedenis
Naar de herkomst van de milonga is veel onderzoek gedaan. Hieruit blijkt enerzijds een Afrikaanse Angolese afkomst en anderzijds een Spaanse Catalaanse afkomst.
Volgens de Argentijnse etnomusicoloog Quintín Quintana was de milonga een interpretatie van de candombe zoals die gespeeld werd door de negers die in de 18e eeuw op het land in Brazilië leefden. De eerste vertolkingen door de gaucho’s (soort van Zuid-Amerikaanse cowboys) werden gespeeld op vihuelas en later op gitaar. De gaucho’s verspreidden zich van midden-Brazilië tot aan Patagonië in het zuiden van Argentinië. Ze brachten er ook de milonga overal mee. Deze milonga is in verschillende gebieden bekend onder namen als; chamarrita in Entre Ríos, of elders ook ponto, baiao, coco, forró, lundú, samba de roda, choro, etc. in Brazilië. In Paraguay werd het rasguido doble en takirari in Bolivia. Eind 19de eeuw werd de milonga (naast de cifra en de estilo) populair onder de payadores (liedjeszangers), die naar de grote steden Buenos Aires en Montevideo waren verhuisd.
Volgens anderen vinden de liederen en dansen hun oorsprong al in het Spaanse Andalucia.
Ontwikkeling vanaf het einde van de 19e eeuw
De Payadores
Payadores zijn dichters/zangers die op spontane wijze en improviserend hun verhaal in versvorm zingen. Ze begeleiden zichzelf op gitaar. Het zijn als het ware de troubadours, minnezangers of barden van Argentinië, Zuid-Brazilië en Uruguay. De begeleiding op vihuela, en later op gitaar, was eenvoudig, de melodie eentonig en repeterend. De meest gebruikte stijlen waren de Cifra, de Estilo en vanaf eind 19e eeuw de Milonga.
De Cifra
De stijl van de Cifra bestond uit het zingen van meestal epische tienregelige gedichten. De melodieën zijn sterk op lettergrepen gebaseerd. Sommige delen worden niet gezongen maar gereciteerd.
De Estilo
Volgens Ayestaran is dit de lyrische vorm die zich het meest heeft aangepast aan het leven op het platteland. Hij wordt soms “triste” (droevig) genoemd, of “décima” (tienregelig). De vorm is gebaseerd op een ritmiek van 3+3+2. Het begint met een instrumentale prelude, ook wel “punteo” genoemd. Daarna komen de drie delen “estilo”, “cielito” en “final de estilo”.
De Milonga
De milonga is de stijl waarin vanaf het einde van de 19de eeuw het meest werd gezongen. Volgens de Argentijnse payador en schrijver Nemesio Trejo is het zingen in deze stijl geïntroduceerd in 1884 door Gabino Ezeiza, één van de beroemdste Argentijnse payadores. Oorspronkelijk werd gezongen in majeur tonaliteiten. Dit werd geleidelijk aan vervangen door mineur. Ook ontwikkelden de payadores steeds meer een eigen persoonlijke stijl.
Samenvattend kan men voor deze drie verschillende stijlen stellen: er is een precolumbiaanse invloed in de estilo, een Spaanse in de cifra en een Afrikaanse in de milonga (bron: La Agenda de los Payadores -Marta Suint y Jose Curbelo).
Van Milonga campera naar milonga urbana en tango
Rond 1880 lanceerde Argentinië een nieuwe wet, de "Conquista del Desierto". Daarmee werd het voor grootgrondbezitters mogelijk zich grote stukken land toe te eigenen en omheiningen te plaatsen. Veel "nomadische" gaucho’s werden zo gedwongen naar de grote stad te trekken. Daar kwamen ze terecht in de arme achterbuurten van Buenos Aires, bij de daar wonende Afrikaans-Argentijnse bevolking en arme immigranten uit Europa. Ook in het naburige Montevideo in Uruguay zag men een invasie van arme Europese immigranten en gaucho’s. Samen met de zwarte en lokale bevolking woonden ze in de conventillos, de arme buurten van de stad. In beide steden begonnen de gaucho’s (in de stad ook wel compadritos genoemd) en Europese immigranten, in navolging van de zwarte bevolking, met het dansen op straat en in dansgelegenheden die tambos of tangos werden genoemd. De compadritos dansten echter meer omarmt, dicht tegen elkaar, terwijl de zwarte bevolking meer afstand tussen elkaar behield.
De muziek, aanvankelijk gespeeld op voornamelijk gitaar, fluit en viool, werd aan de dans aangepast. Uit de vermenging van de milonga campera, de Europese habanera en de dansen van de zwarte bevolking, ontstond de milonga urbana en later de tango. Die maakte zich later weer los van deze milonga. Karakteristieke elementen uit de milonga campera zijn duidelijk nog aanwezig in de eerste tango's in het begin van de 20ste eeuw Ze werden ook wel tango milonga of milonga urbana genoemd. Een goed voorbeeld is één van de eerste tango's "El Choclo", van Angel Villoldo.
Vanaf ongeveer 1920 loopt het begin van de Guardia Nueva periode. In de ontwikkeling van de tango ziet men steeds meer verschillen tussen de milonga campera enerzijds en de tango milonga anderzijds. Deze laatste werd vaak ook wel gewoon milonga genoemd (of milonga urbana).
Ook de dans zowel als de muziek van de tango ontwikkelde zich vanaf die periode onafhankelijk in een eigen stijl die nu tango wordt genoemd.
Een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de milonga urbana is ongetwijfeld de "Milonga Sentimental" (1932), van Sebastián Piana, met een tekst van Homero Manzi en met een rijkere harmonie, melodie en ritmiek.
Veel tangocomponisten volgde dit voorbeeld met milonga's zoals La trampera (A. Troilo), Nocturna (J.Plaza), La Puñalada (P. Castellanos) en Taquito Militar (M. Mores).
De verwarring over het gebruik van de naam milonga (campera of urbana) wordt groter wanneer tangocomponisten als Sebastián Piana en Ástor Piazzolla milonga's schrijven in de stijl van de milonga campera, met langzame tempi en melancholiek, zoals de Milonga Triste (Piana) en de Milonga del Angel (Piazzolla).
Samenvattend kan men stellen dat de milonga tegenwoordig onderverdeeld kan worden in milonga campera en milonga urbana. Daarbij is de eerste meestal langzaam, met relatief eenvoudige harmonieën, als begeleiding van zang en zonder dans. En de milonga urbana heeft meestal snelle tempi, is instrumentaal of met zang, en er wordt op gedanst.
Overzicht van enkele bekende artiesten milonga
Milonga campera: Gabino Ezeiza (1858-1916), Juan Pedro López (1885-1945), José Bettinot i(1878-1915) en Atahualpa Yupanqui (1908-1992)
Milonga urbana: Angel Villoldo, Francisco Canaro, Astor Piazzolla, Julián Plaza, Horacio Salgan, Carlos Di Sarli, Juan D. Arienzo, Aníbal Troilo, Julio De Caro, Sebastián Piana, Edmundo Rivero, Mariano Mores, Pedro Laurenz.
Als dans is de Milonga de voorloper van de Tango. Hij oogt sneller en springerig, omdat er alsmaar door, meestal met kleine passen gedanst wordt, zonder pauzes. Het ritme van de Milonga muziek is snel. De houding en basispassen zijn in principe hetzelfde als bij de gewone Argentijnse tango. De figuren zijn minder complex (omdat het sneller is heb je geen tijd hiervoor).