Wat maakt deze dans herkenbaar? Wat is typisch, onderscheidend of kenmerkend?

De basis bevat twee Slow-stappen gevolgd door drie zijwaartse Quick passen: dit is dan een Chassé: zij-sluit-zij.

Voorbeelden

Fuoco nel fuoco - Eros Ramazotti
Banger hart – Rob De Nijs
Oh Carolina – Shaggy

BPM: 30

Chacha is ook een Afrikaanse jongensnaam die ‘sterk’ betekent.

Chachacha zou genoemd zijn naar het geluid dat slippers bij de zij-sluit-zij-pasjes (chassé) in de basisfiguur maken op de vloer (klanknabootsing of onomatopee). Het is ook het Spaanse woord voor meid. Chachar betekent coca kauwen, en char staat voor thee. Dat kan allemaal, net als de Guaracha, een voorgaande dans- met de naamgeving geassocieerd worden. Maar we kiezen voor de onomatopee.

(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)

In de jaren vijftig begonnen meerdere Cubaanse componisten de Danzón te spelen met een licht gewijzigd ritme. Enrique Jorrín was componist, violist en directeur van het Cubaanse dansorkest 'América' uit Havana. Hij creëerde een eenvoudig te dansen versie door de gezongen melodie en de gespeelde muziek iets van elkaar los te koppelen. Hij maakte van de vierde tel een gesyncopeerde tel, waardoor het klonk als een slow-mambo. Maar de gezongen melodie doet dat niet. Het eerste deel van zijn 'La engañadora' uit 1951 wordt algemeen aanzien als de voorvader van de chachacha. (Het tweede deel is mambo). De chachacha werd eerst ook wel neodanzón en triple-mambo genoemd. Later werd de uitvoering iets aangepast waardoor de huidige dans ontstond.

Begin jaren ‘50 dook deze Latijns-Amerikaanse dans op in de Amerikaanse danszalen. De chacha(cha) heeft dus wortels in andere Latijns-Amerikaanse dansen waaronder de Mambo. Die is, o.a. bekend uit de film "Dirty Dancing". Men vond over het algemeen dat de mambo een te gecompliceerd ritme had. De chachacha heeft een veel gemakkelijker ritme en de muziek is wat langzamer dan die van de mambo. Veel discomuziek leent zich goed voor een chachacha.

De muziek waarop de chachacha gedanst wordt, heeft een tempo dat standaard 30 tot 34 maten per minuut bedraagt. Veel moderne popmuziek en discomuziek uit de jaren zeventig en tachtig is daardoor ook geschikt om chachacha op te dansen. Dit draagt zeker bij aan de populariteit van deze dans. De beste chachachamuziek is echter van Latijns-Amerikaanse origine.

De dans werd in het Europese wedstrijdcircuit in 1953 geïntroduceerd door de beroemde Franse danser Pierre Jean Phillip Zurcher Margolie ('Monsieur Pierre') die in Londen een dansschool had.

Zoals de meeste latinmuziek is de chachacha gebaseerd op percussie-instrumenten zoals bongo’s, timbalen, conga’s, en koebellen. Het basisritme wordt vergezeld door een zelfstandig begeleidingsritme. Dat wordt door ratelinstrumenten zoals de maracas, kabassa en guiro uitgevoerd.
De chachacha heeft een sterk, dwingend en zeer herkenbaar ritme dat men gemakkelijk kan meetellen als “één, twee- cha cha cha”.

Het is een pittig, flirterig en brutaal 'kat-en-muisspelletje' tussen man en vrouw.
De chachacha is een positiedans. Er wordt dus weinig afstand op de dansvloer afgelegd. Hij bestaat uit een twintigtal basisfiguren en ontelbare variaties hierop.

De dans is gebaseerd op een chassébeweging (drie achtereenvolgende zijwaartse passen), die steeds samenvalt met de accenten in de muziek.
De chachacha heeft een vierkwartsmaat maar met een gesyncopeerd ritme: de vierde tel is gesplitst in twee delen. Die twee samen vormen slechts één kwartmaat. Dit zijn de eerste twee cha's van de chachacha. Dit wordt geteld als '4-en' (of cha-cha).

Belangrijk bij deze dans is het strekken van de benen na het zij-sluit-zij. De strekkende houding wordt gefixeerd op de laatste zijwaartse stap. De knie wordt eigenlijk niet op, maar tussen de beats gestrekt. Bij de voorwaartse en achterwaartse passen is het belangrijk dat het gewicht van de ene voet naar de andere voet wordt verplaatst. Bij het naar voren en achteren gaan wordt de voet iets naar buiten gedraaid zodat de heup ook naar buiten wordt gedraaid. Hierdoor ontstaat de heupactie die zeer kenmerkend is voor de dans. De voorwaartse en achterwaartse passen moeten "ball-flat" worden gedanst: men zet eerst het voorste deel van de voet neer, en dan de hiel. Bij de chachacha blijft de danser(es) met de voeten zoveel mogelijk contact houden met de vloer.

Er zijn veel variaties en stijlen mogelijk. De meest voorkomende stijl is de losse stijl waarbij niet in danshouding wordt gedanst.

Enkele vaak terugkerende variaties: hand to hand, new yorker, alamana, rope spin, hip twist, outside step, Turkish towel.