Wat maakt deze dans herkenbaar? Wat is typisch, onderscheidend of kenmerkend?

Snelle, pittige dans met na twee Slow passen twee opeenvolgende snelle chassées, de tweede in de omgekeerde richting van de eerste. De danspartners doen dit in spiegelbeeld.

Voorbeelden

Such a night - Elvis Presley
Candyman – Christina Aguilera
Rock around the clock – Bill Haley

BPM: 40 - 44

 ‘Jive’ is slang voor zwans, belachelijk, kinderachtig. Jev zou in het West Afrikaanse Wolof en in slang ook (o.a.) staan voor misleidend spreken.

De te winnen prijs bij wedstrijden rond 1880 bij het dansen was vaak een cake, vandaar dat hij ook Cake Walk genoemd werd.

(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)

De muziek werd Ragtime genoemd. In Amerika wordt hij na 1920 meestal Swing genoemd. In Groot-Brittannië Boogie, Boogiewoogie of Jive. In Europa werd hij een beetje als vulgair en vies beschouwd, ook door Alex Moore. De benaming werd aanvankelijk in pejoratieve zin toegepast op een bepaalde wilde dansstijl van de jeugd, die echter de term overnam als vaste benaming voor haar dansen.

 
De Jive zou wortels hebben tot bij de Semiole Indianen (Florida). Het is een Latijns-Amerikaanse dans en is rond 1940 ontwikkeld uit de " Jitterbug", hiervoor ontdaan van alle acrobatische elementen. Jitterbug wordt na 1950 ook vaak Jive geheten, en in Europa nog steeds frequent boogie genoemd. Naast Jazz, Rock 'n Roll en de Jitterbug hebben ook de Bebop en de American Swing hun invloeden gehad.

De Jive staat bekend om zijn snelle en opzwepende muziek.


Jive stamt uit de Noord-Amerikaanse getto’s. Na 1940 veroverde hij samen met de geallieerde troepen het westen onder de naam jitterbug. Jive werd de algemene term voor de Lindy hop, de Jitterbug, Shag, Shag Hop, Rock 'n Roll, Boogiewoogie en de Bebop. De muziek was swing, maar niet langer glad en gepolijst. Hij werd later de rock'n roll. Eind jaren '50 bereikte de dans zijn huidige stijl. De boogiewoogie is een variant erop.

De meeste figuren worden gedanst op basis van 6 tellen, met twee halve tellen S,S, QQQ-QQQ. Enkele figuren als de link-and-wip worden op 8 tellen gedanst. Sommige figuren worden als paar gedanst, andere (gedeeltelijk) solo. Bepaalde scholen of stijlen werken veel met kicks, andere benadrukken het gebruik van de heupen.

De houding is losser in vergelijking met andere latin-dansen zoals chachacha, rumba of paso doble.

De jive wordt gedanst op een ritme van 44 (soms vertraagd tot 32) maten per minuut.

Je moet er een goede conditie voor hebben. Of je krijgt er een goede conditie van. Je kunt je er echt in uitleven.

Als een Jive te snel wordt, kan je er allicht beter Quickstep op dansen. Bij een Jive zouden de accenten op de tellen 2 en 4 zitten, bij een Quickstep op 1 en 3. Bij Quickstep hoort een swing. Dit wil zeggen dat er triolen worden gespeeld. Een maat wordt onderverdeeld in 3 en lijkt daardoor versneld gespeeld als vb. 1 -2/3 - 1/3 - 1 - 2/3 - 1/3. (3/3den samen vormen één tel).

Een trage jive kan een fijne Lindy hop zijn.