29 april moet echt wel een hoogdag zijn voor dansliefhebbers, clubs en dansscholen. Verwacht je dan. Helaas pindakaas. Op enkele uitzonderingen na heeft er nog nooit iemand van gehoord. En speciale evenementen op die dag zijn ver te zoeken. Maar toch bestaat ie wel, de Dag van de Dans.
Als in 1982 werd hij ingevoerd door het Internationale Dans Comité van het Internationaal Theater Instituut (ITI / UNESCO).
Op deze Dag laten (semi-)professionele en amateurdansers hun kunsten overal ter wereld zien om ook anderen te interesseren in hun sport en de universaliteit van deze kunstvorm in de verf te zetten. Deze Dag is dus vooral bedoeld om mensen die niet zo met dans bezig zijn te laten kennis maken met deze vorm van kunst.
De dans overbrugt, aldus het comité, alle politieke, culturele en etnische barrières en brengt mensen samen met een gemeenschappelijke taal: dans. Jaarlijks wordt een verdienstelijke choreograaf of danser gevraagd om voor deze dag een boodschap te schrijven.
29 april (1727) is de geboortedag van Jean-Georges Noverre (-1810), de vernieuwer en oprichter van het moderne ballet. Hij verzette zich tegen de heersende (rococo en) barokke trend die met uitbundige en overdadige versiering de basisstructuren wegmoffelde.
Deze Franse danser en choreograaf werd als theoreticus de grondlegger van de expressieve dans.
In 1759 publiceerde hij ‘Lettres sur la Danse et sur les Ballets’, nog steeds een standaardwerk voor choreografen.
Hij vindt de technische hoogstandjes en de overdadig versierde kostuums, decoratieve pruiken en pluimen, en schoenen met hoge hakken een verdwazing van de essentie van de dans.
Hij noemt zijn nieuwe balletvorm ballet-d’action (actieballet) en geeft 6 basisprincipes voor zijn nieuwe expressieve dans.
Dans moet gezien worden als een zelfstandige kunst waarbij geen begeleidende tekst of uitleg nodig is.
Ballet moet niet enkel gaan om mooie en ingewikkelde pasjes, maar een zinvolle en begrijpelijke inhoud hebben, en emoties opwekken.
De voorstelling moet een doorlopende actie zijn, en geen afzonderlijke bedrijven zoals in de vroegere hofballetten.
Maskers (die een vast onderdeel van het danserkostuum waren) ruimen plaats voor mime (uitdrukking van het gelaat) en pantomime (uitdrukking van het gehele lichaam).
Niet enkel de solisten, maar Iedereen in de groep moet een rol spelen in het verhaal.
De dansers moeten aan de dans en het personage aangepaste kostuums dragen.
Zijn nu nog logisch lijkende ideeën stuitten op veel weerstand, vooral op de plaats waar hij werkzaam was, in de opera van Parijs. Hij verkaste daarom ook naar de Franse provincies, Londen, Stuttgart en Wenen.