De meeste dansclubs en –scholen hebben (minstens) 1 oefenavond per week. Dat is ook wel het minimum dat je nodig hebt om te leren dansen. Ik vond het interessant eens te verzamelen wat dansers wel (en niet) fijn vinden aan oefenavonden.
Een begroeting bij het binnenkomen wordt altijd gewaardeerd.
Op tijd beginnen. En eindigen. (Hoewel, dat mag al eens wat uitlopen.)
Er wordt een vaste, herkenbare en typerende starttune gebruikt.
Soms is er als trage opwarmer een langzame wals.
Heel vaak wordt er meteen ingevlogen met populaire quickstep.
De decibels mogen zacht genoeg om overal op een normale manier te kunnen praten. De oefenavond is voor meer dan 50% een sociaal gebeuren.
Afwisselend gebruik van licht als sfeerelement mag zeker ook.
Als een afzonderlijke oefenhoek mogelijk is: zeer goed idee.
De conditie van de vloer is belangrijk, bij een oefenavond nog meer dan in de les.
Soms zijn 1 of enkele afzonderlijke oefenavonden voor beginners wel nuttig om nieuwelingen op de dansvloer te krijgen.
Het is fijn als de lesgever(s) ook aanwezig, en bereikbaar, en hulpvaardig zijn.
De avond heeft een vaste structuur. De dansen worden 1, 2 of 3 maal onderbroken voor één of meerdere lijndansjes. (Meteen daarna meestal uitrusten met Engelse wals.)
Alle dansen komen aan bod. Ook –al is het maar 1x- die waarvoor zeer weinig interesse is (zoals in sommige dansscholen de Paso doble, Argentijnse tango, merengue, salsa, popcorn…)
Dansen waarin nieuwe figuren werden gezien komen iets vaker aan bod, zodat er kan worden geoefend. Ook op tragere ritmes.
De dansen worden meestal per 2 gedraaid. (Soms een trage en een snelle, of andersom.) Als het heel druk is op de dansvloer (quickstep, langzame wals…) komt er ook wel eens een derde bij. Dan is het wel nuttig dat de DJ dit bij de 2de dans vermeldt, zodat de groep zich wat kan aanpassen. Anders krijg je 2x een volle vloer, en 1 x een lege.
Soms geeft de DJ een splitsing aan: de eerste dans bv enkel voor 1ste, 2de (en 3de jaars).
Bij minder populaire dansen, bij lange nummers van +4, +5 minuten, en bij vermoeiende dansen (Weense wals, samba,..) volstaat 1. Liever met tussenruimte 2 keer 1 dans, dan 2 meteen na elkaar.
Wel nuttig dat de DJ dan vooraf meldt dat er maar één komt.
Het kan handig zijn de start voor een lijndans af te tellen, zodat iedereen gelijk begint.
Uptempo en rustige muziek worden ook afgewisseld. Weense wals + jive + samba? Teveel van het goede!
Latin en ballroom worden afgewisseld. Ook met een feestdans (slow, mars,..) of iets uit de salsafamilie (mambo, bachata, merengue).
Ook dansschoolgebonden dansen komen aan bod, bv duochacha, duojive, salsa rueda…
Ook dansen die niet in de les gedaan worden mogen af en toe, bv mars, Sint Bernardswals, lindyhop, twist, slow(varianten) …
In veel dansscholen wordt aangekondigd om welke dans het gaat. (Titel, uitvoerder en leuke weetjes (in het kort) zijn ook graag meegenomen.) Moet niet altijd, maar is zeker voor beginners interessant.
Soms wordt er vooraf een playlist gemaakt die door de computer wordt afgespeeld. Dan is er zeker een goede en doordachte verdelinggemaakt.
Anders heeft de DJ van dienst een turflijstje om bij te houden hoe vaak hij welk genre dans speelde. Om niets te vergeten. En evenwicht te krijgen.
Een ervaren DJ kent zijn publiek en de voorkeuren. Weet wie er graag mambo, popcorn… doet.
Een goede DJ draait niet alleen wat hij zelf fijn vindt, maar ook wat zijn publiek waardeert.
Een goede DJ draait niet enkel muziek uit zijn eigen goede jaren en herinneringen. Maar ook van daarvoor. En van nu. Populaire stukken uit de top 30. Wil je jonge mensen aanspreken, draai dan jonge muziek.
In veel dansscholen kunnen de dansers perfect voorspellen welke dans en muziek en gaat volgen. Jaar in, jaar uit, decennia lang. Saai! Goede en populaire evergreens kan je blijven gebruiken. Maar zorg voor afwisseling. En af en toe voor verrassingen.
Dansscholen die met meerdere DJ’s werken hebben vanzelf ook al een meer gevarieerd muziekaanbod. Een aanrader dus.
Soms zijn er thema-avonden, als Kerst, Valentijn, Halloween. Met aangepaste muziek. En decoratie.
Af en toe een evaluatie onder de deelnemers houden wordt zeer gewaardeerd, en brengt veel nuttige informatie op. (Briefjes op tafel, ideeënbus aan de uitgang.)
Als afsluiters kan wat rustige muziek gebruikt worden, waar niet meteen gemakkelijk iets op kan gedanst worden.
Trainen is nog wat intensiever dan oefenen. Dan ga je (onder begeleiding) doelgericht werken en afwerken op competitieniveau. Voor wedstrijddansers zijn er meestal ook nog speciale trainingsavonden.
Probeer als deelnemer zelf ook je dans te variëren. In plaats van steeds dezelfde draai te maken aan de discobar, en dezelfde loopbeweging voor de nooduitgang, dezelfde figuur voor de toog: draai het een om. Of kluts het door elkaar. Idem voor de latinfiguren.
Wil je andere muziek horen, of andere figuren en mensen zien, bezoek dan ook eens andere dansscholen.
Kom de eerste keer wat te laat, zodat de vaste klanten al hun ‘vaste’ plaatsen hebben ingenomen en je dus niemand verveelt door zijn ‘vaste’ plaats te bezetten.
En respecteer uiteraard de dansetiquette. (zie: dansetiquette)