Rond 1800 werd de eerste yell (gestructureerd gescandeerde kreet om een sportteam aan te moedigen) geroepen op een Amerikaanse campus tijdens college football in Princeton. Eerst was het een louter jongens en mannenaangelegenheid.
Vanaf 1920 kwamen er meisjes cheerleaders. In Minnesota begonnen die ook gymnastiek te doen bij hun Yells. De (eerst papieren) poms deden hun intreden in 1930. De eerste cheerleadervereniging werd in 1949 opgericht door Lawrens R. Herkimer “Herki” uit Dallas.
In de jaren zeventig werd cheerleading buiten American Football en Basketball ook bij andere schoolsporten als worstelen, zwemmen, en honkbal gebruikt. In 1978 kwamen er kampioenschappen cheerleading.
Tegenwoordig zijn cheerleaders vooral vrouwen die bij sporten in de pauzes optreden om het publiek te amuseren en op te jutten.
Chearleaden heeft zich ontwikkeld tot een danssport die in teamverband wordt uitgevoerd. Er zijn verenigingen die elkaar bestrijden in eigen competities.
Cheerleading bestaat uit elementen als dans, tumbling (turnen of gymnastiek) en acrobatiek.
De danselementen zijn gebaseerd op bewegingen uit onder meer streetdance, hiphop, aerobics, striptease en jazzdance. Elk team heeft een eigen stijl die ook afhankelijk is van de muziekkeuze, het niveau van de groep en de visie van de coach.
Typisch bij het cheerleaden zijn de motions: strak uitgevoerde, geplaatste armbewegingen, meestal in de vorm van letters. Bijvoorbeelden de Low V of de High V, waarin de armen schuin langs het lichaam gehouden worden in de vorm van een V, of de Right K, waarbij men een K vormt met de armen aan de rechterkant.
Daarnaast doe ze ripples waarbij groepjes of rijen dezelfde danspas of beweging uitvoeren ieder op een andere tel. Dat geeft het effect van een golfbeweging.
Getrainde cheerleaders doen ook aan tumbling. De meest voorkomende bewegingen zijn een radslag, overslag, arabier en flik-flak.
Een laatste element, acrobatiek, bevat stunts en het bouwen van ingewikkelde menselijke piramides. Die worden gemaakt door drie groepen: de bases (onderste rij dragers), flyers (2de niveau) en spotters (die helpen, steunen en toezicht houden).
Veiligheidshalve gaat men twee, maximaal drie niveaus hoog.
"Poms" of "pom-pons" komt van het Franse woord pom-pon. Deze wervelende handkwasten waren oorspronkelijk een bolkwast op een kepie of baret, waarvan de kleur bij leger en clerus de status van de drager weergaf.
Cheers! (Proost!)
(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)