Er zijn 6.000 soorten mestkevers. De bekendste is allicht de Scarabaeus sacer, (heilige pillendraaier) uit Noord-Afrika die in het oude Egypte aanbeden en als scarabee afgebeeld werd. Zij leven van voorverteerde plantenresten, de mest van vooral grotere zoogdieren als koeien en paarden. Ongeveer 10% van de mestkevers rolt de gevonden buit tot een bal. Die wordt dan, achterwaarts lopend, lijnrecht en zo snel mogelijk in veiligheid gebracht en naar hun ondergronds nest gerold. Daar kunnen de larven, die soms meerdere jaren nodig voor hun ontwikkeling, zich eraan tegoed doen.

Geregeld klimt de kever tijdens het transport op de bal, maakt een klein rondedansje, en zet zijn weg voort.
Dit dansje doen ze om zich te oriënteren op de zon, of als die er overdag niet zichtbaar is, op het gepolariseerd licht van de zon dat ze kunnen onderscheiden.
Wetenschappers hebben aangetoond dat ze zich 's nachts oriënteren op basis van de Melkweg. Als hun looprichting door een obstakel verstoord wordt bepalen ze met het dansje opnieuw de juiste richting.

Een andere reden om op de mestbal te klimmen is het hete Afrikaanse zand. Met 55 tot 60⁰ C worden de pootjes van de kever (zelf 30 à 35⁰) te heet. Net zoals wij op een heet strand dan snel even op onze handdoek gaan staan, klimt de kever dan even op zijn koelere mestbal.

Mestkevers zijn belangrijke bemesters van voedselarme gronden, en verspreiden van zaden.

(We zochten bij voorkeur korte en duidelijke filmpjes, zonder veel show, spektakel en competitie.
Betere suggesties zijn welkom.)