opnameapparaatZonder muziek kan je moeilijk dansen. En niet iedereen heeft een orkest of muzikanten ter beschikking. In de loop der tijden zijn er pogingen gedaan om muziek te registreren en weer te geven, zonder tussenkomst van muzikanten. Automaten, tapes, CD’s… een evolutie die niet stilstaat, maar wel voor steeds meer mogelijkheden zorgt.

Automaten voor geluidsregistratie en –weergave

Al in 1206 beschreef Al-Jazari in zijn 'Boek der kennis van vernuftige mechanische toestellen' een door hem gemaakte boot met 4 robots die fluit, harp en 2 trommels speelden om keizerlijke gasten te vermaken. Draaiende trommels met pennen zorgden voor het geluid van de programmeerbare automaat.

Het carillon, een automatische beiaard kwam in de 15e eeuw in de Nederlanden tot ontwikkeling. De slagen van de hamertjes worden gestuurd door stiften op een roterende trommel. De volgorde van de tonen wordt dus bepaald door de plaats van die stiften. Veeraandrijving en de wals met stiften waren ook de basis voor de muziekautomaat of speeldoos, die tot in de 19e eeuw steeds werd verbeterd.

Uit de 17e eeuw zijn heel wat muziekautomaten bekend. Al in 1610 maakt goudsmid Achilles Langenbucher "uit zichzelf spelende muziekinstrumenten waarop ook bewegende figuurtjes dansten."
Uit de 17e eeuw dateren ook mechanische orgels en spinetten. Door een uitgekiende plaatsing van de stiften was het mogelijk om meer dan één muziekstuk op een rol te zetten. Via een hefboom werd van melodie gewisseld.
De Franse mechanicus Jacques de Vaucanson plaatste in 1738 de stiften in spiraalvorm op een "langspeelrol". Hij construeerde een automatische fluitspeler, die hiermee twaalf muziekstukken kon uitvoeren. Je zag een mensachtige figuur, de luchtstroom die uit de mond door de fluit ging en de vingers die echt "speelden". Friedrich von Knauss uit Darmstadt construeerde de eerste schrijvende automaat. De Fransman Maillardet schiep een orgel spelende vrouwelijke pop, die achttien muziekstukken op haar repertoire had. Die artistieke dame kon buigen, spelen, de ogen bewegen, ademen… Wolfgang von Kempelen construeerde in 1770 de "schaakspelende Turk".

Pas in de 18e eeuw verschenen muziekautomaten ook in de burgermaatschappij. De Zwitserse uurwerkindustrie bracht kleine speeldozen in omloop. Haydn schreef al 32 werkjes voor een muziekautomaat. Ook Mozart deed dit om schulden te kunnen voldoen. Het stoorde hem wel dat hij genoegen moest nemen met een gedenatureerde surrogaatklank. Beethoven schreef zijn opus 91 “Wellingtons Sieg oder die Schlacht bei Vittoria” voor een werkelijk gigantische muziekautomaat, die door de uitvinder van de metronoom, Johannes Nepomuk Mälzel was geconstrueerd. Omdat de mechanicus de dover wordende Beethoven de constructie van een "hoormachine" beloofde, schreef hij dit graag. In 1813 was de "Panharmonikon" of "Panmelodikon” af. Het apparaat beschikte over 37 fluiten, 36 hobo's, 38 klarinetten, 16 fagotten, 8 trompetten, 3 hoorns, 1 grote trom, 2 stel bekkens, 1 triangel, 2 pauken en 1 kleine trom. Mälzel verkocht het later in Parijs aan Napoleon.

Met goedkope draaiorgels konden oorlogsinvaliden om een aalmoes bedelen. Het mechanische muziekinstrument was lang de enige mogelijkheid om vluchtig geluid voor de eeuwigheid te bewaren.
Pas in de 19e eeuw zou de techniek van de geponste blikken schijven en papierstroken voor de "mechanische piano" (pianola, phonola) het mogelijk maken om ook het tempo op te slaan.
Men wist dat geluid een golfbeweging is. Als het zou lukken om die golfbeweging te registreren, beschikte men over een onuitwisbaar beeld van het muzikale werk. De eerste, die met succes geluid schriftelijk vast legde was Léon Scott. Met hem begint de geschiedenis van de muziekregistratie.

Jantje: "Ik wou dat ik in de Middeleeuwen leefde." "Waarom?" "Dan moest ik niet zoveel geschiedenis te leren!"

Platenspelers

In 1877 vond Edison de fonograaf uit. Toch was er pas in 1917 de 1e opname, een jazzopname. Het apparaat bestond oa. uit een wasrol en stalen naald. Hiermee konden geluiden worden opgenomen en weer opnieuw afgespeeld. De naalden en harssoorten werden beter en harder. Er zijn nog een aantal cilindervormige mechanische instrumenten ontwikkeld, maar de invoer van de platte plaat door Berliner was de echte doorbraak. De Berliner plaat kon makkelijk geproduceerd worden en werd dan ook steeds populairder aan het begin van de 20e eeuw.
Na de Tweede Wereld oorlog (tijdens de oorlog was vooral radio belangrijk) hadden steeds meer mensen geld om muziekapparaten te kopen.

In deze tijd werd de vinyl grammofoonplaat ontwikkeld. Tot het eind van de jaren ’50 was alle muziek nog alleen in mono te beluisteren. In 1958 werd de eerste stereo (van twee kanten) opname gemaakt.
1877 vond Emile Berliner de eerste microfoon uit. Veel vroege ontwikkelingen in het ontwerp van de microfoon vonden plaats in Bell Laboratories.
Een luidspreker is een apparaat waarmee elektrische signalen worden omgezet in geluid. Bell werkte er al in 1875 aan. Maar pas met de komst van nieuwe en lichte kunststoffen ging de ontwikkeling snel vooruit. Goede boxen bevatten nu meestal afzonderlijke en specifieke speakers voor lage, midden- en hoge tonen.

Bandrecorder

Al in 1898 kon geluid door magnetisme op een ijzerdraad worden opgenomen. Met een zeer slechte kwaliteit. Na 1935 ontwikkelde de Duitse industrie bruikbare banden. Na de oorlog wordt de technologie naar Amerika verscheept en na-ontwikkeld.
In 1963 werd door het Nederlandse bedrijf Philips de audio cassette op de markt gebracht. Met deze magnetische bandjes konden opnames geknipt en geplakt worden. Dat scheelde dagen werk in de studio's! Voor de kleine bandjes kwamen er ook draagbare spelers, zoals de Walkman van Sony.

Radio

In 1895 stonden Tesla en Marconi ver genoeg om elektrische signalen kilometers ver te verzenden en te ontvangen. De overbrugde afstanden werden steeds groter, van Engeland naar Frankrijk (1899), daarna naar Amerika (1901). Eerst ging het om morse-code, na 1906 ook om gesproken tekst. Met de komst van de transistor (1947) werd de apparatuur steeds kleiner en goedkoper. Ook voor de ontwikkeling van de luchtvaart (WO I) was de radio belangrijk. In 1919 ging in Den Haag ’s werelds eerste omroepzender in de lucht. In 1933 werd een eerste radio in een auto ingebouwd.

"Radio is een zalige uitvinding! Als ik de knop omdraai: wat een gewaarwording! Die geweldige, intense, diepe stilte..."(Colette)


Geluidskwaliteit

In 1952 bouwde Saul Marantz (NY) de eerste succesrijke voorversterker die de muziekkwaliteit sterk verbeterde. In 1957 kon zijn Model 7c prima stereo weergeven. HiFi (High Fidelity) verwijst naar de hoge kwaliteit van de muziekweergave. Enthousiastelingen stelden hun eigen ketens samen uit afzonderlijke radio, platenspeler, versterkers, boxen…

Al in 1940 had Disney driekanaalsgeluid bij de film Fantasia. In de jaren ’70 volgde quadrofonie. Dolby maakte het in de jaren ’80 populair voor bioscoopfilm en video.


Digitale registratie en weergave

In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd de CD geïntroduceerd. Door een veel beter geluid en de mogelijkheid van het afspelen per liedje werd de cd een groot succes! Met alle nieuwe digitale vormen die tegenwoordig worden ontwikkeld, zoals MP3 en Super Audio CD, is de muziekindustrie weer in een nieuw tijdperk gekomen, waarin iedere consument ook producent en verdeler kan worden.

YouTube is een website voor het kosteloos uploaden, bekijken en delen van videofilmpjes door gebruikers. Het motto van de website: YouTube, Broadcast Yourself. De uploader kan de film voorzien van tags (trefwoorden, labels) die een niet-hiërarchische classificatie mogelijk maken (folksonomie). De site is opgericht in februari 2005 en momenteel eigendom van Google Inc.

"Internet: het grootste net ter wereld. Velen hebben zich al laten vangen."(Leo De Haas)
"Informatie van het internet plukken is als een drankje nemen van de brandkraan."(Mitch Capor)