Dure woorden die het in de marketing goed doen. Ze maken van sporten iets dat hypermodern en medisch- wetenschappelijk onderbouwd is. Dan moet het toch wel goed en gezond zijn?

Cardio staat voor wat het hart betreft.
CardioDanceFitness is een modewoord voor intensief bewegen of sporten (om vet te verbranden, de conditie of de spiermassa te verbeteren). Het komt van het Engelse fit: in goede conditie, en fitten: passen.

Workout: intensieve lichamelijke oefening of training. (Het staat ook voor berekenen ea afgeleide betekenissen.)
Routine staat voor ervaring en vaardigheid.

Bij cardio-programma’s  wordt de training afgesteld op de gemeten hartslag. Door met een constante hartslag te blijven bewegen wil men de conditie opbouwen of afvallen.

Cardio training kan er voor zorgen dat je stofwisseling (metabolisme) sneller gaat werken en dat je (ook in rust) meer calorieën verbrandt. Er is een verschil tussen “normale cardiotraining” en “cardiotraining om af te vallen”.
Als je wilt afvallen (vet verbranden), moet je hartslag tussen de 60 en 70 % van je maximale hartslag blijven. Pas dan verbrand je voornamelijk lichaamsvet en geen koolhydraten (suikers).
Een vuistregel zonder apparaatjes: als je zonder buiten adem te raken kan praten tijdens de training, dan is je hartslag goed om vet te verbranden.
De maximale hartslag (100%) wordt berekend door je leeftijd af te trekken van 220.

Je lichaam gebruikt bij inspanningen eerst de suikers in je glycogeenspiegel, aanwezig in je bloed, lever, en spieren. Daarna het lichaamsvet dat als reserve was opgeslagen.
Als je met sporten dit vet wilt verbruiken als energiebron, moet je zo min mogelijk van de natuurlijke eerste energiebron (koolhydraten of suikers) in je lichaam hebben. Je lichaam spreekt dan deze tweede energiebron aan.

Tijdens de cardio-oefeningen is het verstandig regelmatig te drinken om dehydratatie te voorkomen. Als je wilt afvallen moet je ook na de cardio niet overvloedig gaan eten.

Drie à vier keer per week, circa 30 minuten training zou dan een goed effect moeten hebben. Zelfdiscipline en volharding zijn dus ook nodig.

En zoals steeds: doe alles met mate, en zorg voor voldoende variatie.