Verdere opsmuk kan met diverse accessoires.

Opmaak voor dames (en heren) kan ook rechtstreeks op je vel.
Nagellak en mascara (om wimpers en wenkbrauwen te kleuren) of make-up (schmink, cosmetica) is versiering op het lichaam die niet tot accessoires wordt gerekend. Net zo min als tatoeages.

Slim: oogschaduw op doen tegen de zon.

danceaccessoiries(Hand)tassen, dassen, handschoenen en hoofddeksels laten we buiten beschouwing. Daarmee dans je doorgaans niet.

Juwelen: sierraden op het lichaam: oorbellen, halsketting, diadeem, haarspeld, armband, horloge, ring, piercing, enkelbandje, teenring. Hoewel een broche (sierspeld, fibula) op de bovenkleding gespeld wordt, is het ook een juweel. Ook heren dragen wel eens een sierspeldje (van een club vb.) of een button.
Voor heren zijn er ook nog dasspelden (om de das op zijn plaats te houden) en manchetknopen (losse sierknoop om het einde van de (hemds)mouw te sluiten.


Aigrette: versiering van veren met spelden of diadeem vastgemaakt op het haar of een hoed. Het was Poiret die deze versiering lanceerde in de jaren '20.

Bretels: zijn een accessoire in de herenmode. Ze dienen om de pantalon op de juiste hoogte te houden wanneer men geen riem draagt. Bretels zijn Y-vormig -vroeger soms X-vormig.

Fouloir: halssjaaltje dat ook choker genoemd wordt.

Haarspeld: doorgaans dunne speld, waarmee het haar wordt opgestoken. Meestal van metaal, waardoor het veerkrachtig is, en een pluk haar er stevig tussen kan worden geklemd.

Haarlint, haarklem, diadeem...: zorg dat ze om te dansen goed vast zitten.

Paillet: glinsterend metalen of kunststofplaatje ter decoratie van kledingstukken.

Pincollar: boord van een hemd waarvan de punten via een stangetje (onder de das) met elkaar verbonden zijn.

Riem: of ceintuur is een meestal leren of kunststoffen band met een gesp, dat men om het middel kan dragen om het afzakken van een broek of rok te voorkomen. Wordt in alle materialen, vormen, kleuren en afmetingen als sierraad gedragen.

Stuud: kleine metalen pinnetjes die als versiering worden bevestigd op riemen, armbanden, schoenen en handtassen.

 

Vetereindje

Een malie, nestel of veterstift is het verharde einde van een veter dat rafelen voorkomt.
Vroeger waren ze van metaal (ook zilver), glas of steen, en soms zeer decoratief.

In Vlaanderen is nestel de benaming voor schoenveter.
De originele Franse naam is "aguillette" afgeleide van "aguille": naald (van het Latijnse woord "acus”. (Engelse versie: aglet.)
Ben je het vergeten? Noem het gewoon een tjoepke, tutske… Toch niemand die het weet.